Brullen zonder resultaat: geen geluidsmerk voor Porsche

Wouda |
13 augustus 2024

Het beschermen van merkrechten gaat verder dan alleen woorden en beelden (logo’s); merkrechten kunnen bijvoorbeeld ook klanken, geluidsfragmenten en kleuren betreffen. Zo probeerde Porsche in november 2022 het geluid van een brullende motor het merkenregister ‘in te racen’ door een merkaanvraag voor dat geluid te doen. Toch haperen zelfs de krachtigste motoren wel eens: de aanvraag werd door het EUIPO namelijk helaas afgewezen, waarna Porsche in beroep ging.

Het EUIPO baseerde haar afwijzing op artikel 7 lid 1 sub b EUTMR, waarin staat dat merken zonder onderscheidend vermogen niet kunnen worden geregistreerd. Het gebrul werd als te eenvoudig en banaal beschouwd om als merk te kunnen dienen. In plaats van een uniek kenmerk dat de commerciële herkomst aangeeft, werd het geluid geassocieerd met de acceleratie van voertuigen in het algemeen. Hierdoor ontbrak het aan onderscheidend vermogen dat vereist is voor merkregistratie, aldus het bureau.

Porsche gaf zich echter niet zomaar gewonnen en ging in beroep. Zij voerde aan dat het geluid wel degelijk uniek en als van haar herkenbaar was. Het zou niet gaan om een ‘toevallige motorklank’, maar om een klank specifiek gecreëerd om de ziel van het Porsche-merk te vangen. Bovendien werd het geluid gepresenteerd als een kunstmatig gecomponeerde sequentie, die niet direct verband houdt met een standaard motorgeluid. Om haar zaak te versterken, verwees Porsche ook naar eerdere registraties van vergelijkbare geluidsmerken door andere autofabrikanten in Duitsland, zoals BMW en Volkswagen, die ook als Europees merk zijn ingeschreven. 

Op 20 juni 2024 kwam de Kamer van Beroep met haar oordeel: de afwijzing bleef staan. De Kamer bevestigde dat het aangevraagde geluid te eenvoudig en banaal was om als merk te dienen. De perceptie van het publiek speelde hierbij een cruciale rol aldus de Kamer. Men herkende het geluid namelijk niet als een kenmerk van Porsche, maar eerder als een generiek motorgeluid dat bij veel voertuigen past.. en daardoor dus helaas niet onderscheidend genoeg was.

Verder maakte de Kamer duidelijk dat eerdere beslissingen van het EUIPO (ten aanzien van andere geluidsmerken), hoe inspirerend ze ook mogen zijn, niet per se gevolgd hoeven te worden. Het feit dat BMW en Volkswagen hun motorgebrom wél konden vastleggen, maakte voor Porsche geen verschil. Het Europese merkenstelsel is autonoom en onafhankelijk van nationale systemen, en daarnaast kunnen onderzoeksmethoden evolueren. Daarom kan Porsche geen rechten ontlenen aan eerdere registraties van soortgelijke merken.

Kortom, Porsche viel vlak voor de finish stil. Het beschermen van niet-traditionele merken blijkt een grote uitdaging, dat laat ook deze kwestie zien. Hoewel Porsche haar motorgeluid presenteerde als uniek, als de ziel van het merk, zag het EUIPO niets anders dan een ‘standaard gebrul’ zonder onderscheidend vermogen. Eerdere registraties van andere soortgelijke merken, bieden daarbij dus geen garantie voor succes. Oftewel: wil je door de strenge toets van het EUIPO komen, dan moet een merk écht een uniek geluid (of klank, kleur, vorm) hebben dat niet alleen te herleiden is tot ‘het merk’ maar zich ook moeten onderscheiden van andere geluiden.  

Voor vragen over merkenrecht, merkaanvragen of andere vraagstukken of procedures op het gebied van intellectueel eigendom, kunt u contact opnemen met Koen Wouda (wouda@dayonelegal.nl) of één van onze andere IE-specialisten. 

Voor verdere informatie over deze blog of advisering over het onderwerp, kunt u contact opnemen met DayOne advocaat Koen Wouda.
+31 6 10 54 89 65 | wouda@dayonelegal.nl