Niet zelden probeert een curator, nadat een faillissement is uitgesproken, te bewegen tot een doorstart. Het idee daarachter is dat een doorstart meer opbrengsten genereert en mensen (langer) aan het werk houdt.
Na een recente uitspraak van de Hoge Raad kan een curator niet meer, zonder meer, een winkelruimte in gebruik geven aan de doorstarter, als de verhuurder daar niet mee instemt. De curator riskeert een persoonlijke aansprakelijkheid als hij dit tóch doet.
Het gevolg van deze uitspraak is dat een doorstarter direct met de verhuurder afspraken zal moeten maken. Curatoren en collega’s werkzaam in de reorganisatie van ondernemingen zijn over het algemeen niet blij met de uitspraak. Een veelgehoord bezwaar is dat de korte periode waarin een doorstart moet worden gerealiseerd, het onmogelijk maakt om met soms grote aantallen verhuurders/eigenaren overeenstemming te bereiken. Dit zou dan vooral gelden voor de grotere faillissementen die in relatief mindere aantallen voorkomen, in plaats van voor de ‘één-pands-faillissementen’.
De uitspraak van de Hoge Raad waaraan wordt gerefereerd, betrof overigens een casus met een enkele schoenenwinkel. Dit nuanceert krantenkoppen zoals “uitspraak Hoge Raad zorgt voor meer lege winkelstraten” ietwat.
Een tweede nuance. Het glas kan namelijk ook ‘half vol’ worden beschouwd: een doorstarter in een groter faillissement zal over het algemeen namelijk veelal slechts geïnteresseerd zijn in goedlopende A-locaties. ‘Cherry picking’ dus. Het is dus zaak om juist met die selectie verhuurders tot een vergelijk te komen voor de langere termijn. Ging het Hudson Bay vóór de genoemde uitspraak ook niet om een selectie van de (vastgoed)knikkers?
Een laatste nuance is dat scherp gekeken moet worden naar de (huidige) huurmarkt voor winkelruimte. Het laatste dat een vastgoedeigenaar wil is leegstand. De economische (exploitatie)waarde van het bedrijfsvastgoed grijpt namelijk altijd tot op zekere hoogte in elkaar met de verhuurbaarheid en de reële huuropbrengsten. Het is dus niet in beginsel aannemelijk dat een verhuurder een doorstarter zonder meer zal weigeren.
Wat mij betreft moet de praktijk dan ook eerst maar uitwijzen of de uitspraak van de Hoge Raad de voor curatoren onheilspellende uitwerking heeft die inmiddels breed is aangekondigd. Persoonlijk kan ik begrip opbrengen dat met deze uitspraak is bevestigd dat de curator het eigendomsrecht van de verhuurder heeft te respecteren. Het eigendomsrecht is immers onder Nederlands recht het meest omvattende recht dat iemand op een (onroerende) zaak kan hebben.
Vragen of opmerkingen: mail Gerben Metz via metz@dayonelegal.nl
+31 6 51 25 08 90 | metz@dayonelegal.nl