In een franchiseovereenkomst wordt doorgaans omschreven wat het rayon is waar een franchisenemer zijn gefranchisede werkzaamheden dient uit te voeren. Dit rayon (of werkgebied) kan op diverse manieren worden omschreven door partijen. Denk daarbij aan het opnemen van de postcodes van het betreffende rayon of door het gebruik van een landkaart waarop het rayon is omlijnd met pen. Als een rayon niet (of niet duidelijk) is omschreven in de franchiseovereenkomst kan dat akelige juridische gevolgen hebben, zoals de nietigheid van een eventueel postcontractueel non-concurrentiebeding.
Hoe dat zo? Op grond van de Wet franchise, meer specifiek artikel 7:920 lid 2 Burgerlijk Wetboek (‘BW’), dient een postcontractueel non-concurrentiebeding te voldoen aan een vijftal vereisten. Zo moet onder meer een postcontractueel non-concurrentiebeding schriftelijk met elkaar zijn afgesproken, mag het beding alleen een beperking inhouden voor dezelfde goederen en diensten als waarop de franchiseovereenkomst toeziet, dient de duur van het beding maximaal één jaar te zijn, moet het onmisbaar zijn om de overgedragen knowhow te beschermen én mag de geografische reikwijdte niet ruimer te zijn dan het gebied waarbinnen de franchisenemer de franchise formule heeft geëxploiteerd.
Vanwege dat laatstgenoemde vereiste is het van belang dat duidelijk wordt afgesproken tussen partijen wat het rayon is waarbinnen de franchisenemer de formule mag exploiteren. Dit is immers ook het (maximale) gebied waarvoor het postcontractuele non-concurrentiebeding mag gelden. In een kwestie bij de rechtbank Limburg (ECLI:NL:RBLIM:2023:4677 – klik hier voor het volledige vonnis) hadden de franchisegever en franchisenemer van een sportschool-formule nagelaten om zowel de locatie van de franchisevestiging als het rayon in te vullen in de franchiseovereenkomst. Er was wel een postcontractueel non-concurrentiebeding opgenomen in de overeenkomst dat de franchisenemer verbood om gedurende een periode van één jaar na het einde van de franchise in een straal van 15 kilometer vanuit de gefranchisede sportschool betrokken te zijn bij concurrerende activiteiten.
De rechter constateert onder meer dat partijen hebben nagelaten om de locatie van de franchisevestiging en het rayon deugdelijk vast te leggen. Daardoor kan niet worden vastgesteld of het opgenomen postcontractuele non-concurrentiebeding is beperkt tot het geografische gebied waarbinnen de franchisenemer de franchise formule op grond van de franchiseovereenkomst heeft geëxploiteerd. Dat is volgens de rechtbank niet in overeenstemming met ‘de ratio’ achter de beschermingsbepaling van artikel 7:920 lid 2 BW. Het non-concurrentiebeding is nietig, aldus de rechtbank.
Hoewel de denktrant van de rechtbank begrijpelijk is, had wellicht ook een andere route bewandeld kunnen worden, overigens – eerlijk is eerlijk – met hetzelfde eindresultaat. Zo zou er bijvoorbeeld gesteld kunnen worden dat het postcontractuele non-concurrentiebeding niet voldoet aan de Wet franchise, omdat het werkgebied van een franchisenemer van een sportschool-formule niet 30 kilometer in diameter zal zijn. En dat dus voorshands aangenomen kan worden dat de geografische reikwijdte van het non-concurrentiebeding te groot is.
Ook zou gesteld kunnen worden dat in dit specifieke geval het postcontractuele non-concurrentiebeding niet voldoet aan het schriftelijkheidsvereiste van de Wet franchise. Een wezenlijk onderdeel van een non-concurrentiebeding is immers de geografische reikwijdte. Als dat onderdeel van het beding niet (duidelijk) is omschreven, kan geconcludeerd worden dat het non-concurrentiebeding niet (volledig) op schrift is gesteld.
Maar goed – het is uiteindelijk juridische haarkloverij, omdat ook voornoemde route uiteindelijk tot hetzelfde resultaat leidt als wat de rechtbank al heeft overwogen, te weten een nietig non-concurrentiebeding.
Voorgaande kwestie geeft uiteraard wel zeer treffend aan dat franchisegevers zeer goed moeten opletten dat zij voldoende duidelijk het vestigingspunt en het rayon van de franchisenemer in hun franchiseovereenkomst omschrijven. Doen zij dat niet, dan riskeren zij dus een nietig non-concurrentiebeding!
Voor vragen over franchiseovereenkomsten, de Wet franchise en postcontractuele non-concurrentiebedingen kunt u contact opnemen met DayOne, Jan-Willem Kolenbrander (kolenbrander@dayonelegal.nl).
+31 6 16 06 60 00 | kolenbrander@dayonelegal.nl