Kostbare fouten bij rebranding: hoe voorkom je het kwijtraken van handelsnaam én domeinnaam?

van Wijk |
06 april 2021

Het hebben van een goede handelsnaam is erg belangrijk als je onderneemt. Niet alleen neem je als ondernemer met die naam deel aan het handelsverkeer, maar zo ben je ook makkelijk te vinden en te herkennen voor potentiële klanten en opdrachtgevers. Ook kan het hebben van een goede handelsnaam je bescherming bieden tegen anderen die proberen met eenzelfde of vergelijkbare naam hun onderneming te drijven. Er is echter wel een "maar", want dit betekent ook dat je goed moet opletten wanneer je besluit een ‘rebranding’ te doen, ook al lijkt de wijziging nóg zo minimaal. En een foute keuze op dat vlak kan grote gevolgen hebben, ook al lijkt er soms geen vuiltje aan de lucht. Wat voor gevolgen dat kan hebben, illustreert een recente zaak die speelde bij de rechtbank Overijssel


De twee hoofdrolspelers: twee bouwbedrijven uit Genemuiden, namelijk bouwbedrijf J. Heutink en zonen B.V. (“J. Heutink”) en aannemingsbedrijf K.K. Heutink B.V. (“K.K. Heutink”). Hun bedrijfspanden lagen hemelsbreed 1,1 kilometer uit elkaar in het plaatsje van ruim 10.000 inwoners en hielden zich – naar eigen zeggen beide al ruim 100 jaar - bezig met allerhande bouw- en aannemingswerkzaamheden. Dat leek goed naast elkaar te kunnen bestaan, zoals beide bedrijven ook erkenden in de procedure. Zelfs het feit dat ze zeer vergelijkbare domeinnamen, namelijk heutink-bouw.nl (J. Heutink) en heutinkbouw.nl (K.K. Heutink), gebruikten, maakte dit niet anders.


Maar recent kwam er een kink in de kabel van dit vreedzame bestaan, toen K.K. Heutink besloot haar handelsnaam te wijzingen naar ‘Heutinkbouw’. Dus zonder ‘K.K.’ en ‘aannemingsbedrijf’. J. Heutink vond dat er inbreuk werd gemaakt op haar handelsnaamrecht en startte een kort geding om ervoor te zorgen dat K.K. Heutink ‘Heutinkbouw’ niet meer zou gebruiken en daarbij ook de domeinnaam heutinkbouw.nl zou afstaan. 


Tijdens de procedure verweerde K.K. Heutink zich juist weer met het standpunt dat het juist J. Heutink was die inbreuk maakte op háár handelsnaam. Van een vreedzaam bestaan was plots geen sprake meer. Aan de voorzieningenrechter de schone taak te oordelen wie er gelijk had. 


Zoals al aangegeven ging het voornamelijk om de vraag wie er nu inbreuk maakte op wiens handelsnaam. De belangrijkste juridische grondslag van de handelsnaam is geregeld in artikel 5 van de Handelsnaamwet: “Het is verboden een handelsnaam te voeren, die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats, waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.” Met andere woorden, wie als eerste een handelsnaam voert, heeft het recht een ander daar later op aan te spreken. Wie het eerst komt....


De voorzieningenrechter moest dus uitmaken wie er ooit als eerste was begonnen. Dat bleek nog niet zo eenvoudig, nu beide bedrijven zich beriepen op het feit al in de jaren twintig van de vorige eeuw gestart te zijn. Omdat daarvan geen hard bewijs aanwezig was, ging de voorzieningenrechter uit van de eerste schriftelijke (bewijs)stukken. In deze kwestie bleken dit de notariële oprichtingsaktes van de respectievelijke vennootschappen te zijn. Bouwbedrijf J. Heutink was daarbij nét wat eerder dan aannemingsbedrijf K.K. Heutink. De voorzieningenrechter achtte het daarom, nu er onvoldoende tegenbewijs was, aannemelijk dat J. Heutink als eerste gebruik had gemaakt van een handelsnaam met daarin de naam Heutink als zelfstandig element en de combinatie met het woord ‘bouwen’. Zij had dus het oudere handelsnaamrecht. En doordat K.K. Heutink begin dit jaar haar naam wijzigde in Heutinkbouw, was het verwarringsgevaar toegenomen en kon J. Heutink zich succesvol tegen deze wijziging verzetten.


Juridisch gezien is deze conclusie op het eerste gezicht niet heel onlogisch. Je zult immers moeten bewijzen dat je het ‘oudste recht’ hebt. En als je daarin slaagt, zoals naar het oordeel van de voorzieningenrechter J. Heutink deed, kan je succesvol optreden tegen handelsnamen die vergelijkbaar zijn. Zo ook hier. 


Gevolg: K.K. Heutink dient de naam Heutinkbouw niet meer te gebruiken, ze moet haar domeinnaam overdragen (die maakt immers ook inbreuk) en ze moet ook nog eens een proceskostenveroordeling van EUR 15.000 betalen, nu het hier gaat om een IE-zaak waarin de volledige proceskostenveroordeling geldt. Deze zaak onderstreept nog maar eens het belang van een goede administratie. 


Immers. Hoewel K.K. Heutink beweerde al in 1921 als eerste te zijn begonnen met het voeren van de handelsnaam, kon zij een en ander niet bewijzen met bewijsmateriaal. En omdat J. Heutink vervolgens wél het oudste bewijsmateriaal kon overleggen (1973), kon de voorzieningenrechter niet anders dan J. Heutink gelijk geven. Het is dan ook aan te raden om vanaf het eerste moment van 'feitelijk gebruik' duidelijk vast te leggen welke handelsnamen worden gebruikt, bijvoorbeeld door vastlegging in het handelsregister.

Maar dat enkele vastleggen is nog niet voldoende; de handelsnaam dient ook echt "gebruikt" te worden in het handelsverkeer. Hoewel het K.K. Heutink waarschijnlijk niet zou hebben gered, waren de overwegingen over de door K.K. Heutink geëxploiteerde website heutinkbouw.nl op dit punt wel erg interessant. Het gebruiken van een domeinnaam kan namelijk een aanwijzing zijn dat je de handelsnaam ook daadwerkelijk in het handelsverkeer gebruikt. Maar, let op, in het handelsverkeer gebruiken betekent dat je méér moet doen dan enkel registreren en doorlinken naar je echte website, wat K.K. Heutink deed! Dat is onvoldoende om het gebruik aan te tonen. Ironisch genoeg gebruikte K.K. Heutink na de ‘rebranding’ overigens wél heutinkbouw.nl als primaire domeinnaam. Maar juist die domeinnaam moet ze nu overdragen.


K.K. Heutink heeft nu in elk geval een dure les geleerd. De ‘rebranding’ kan de prullenbak in en K.K. Heutink zal terug moeten vallen op haar oude handelsnamen.


Rebranding of niet: iedere ondernemer heeft hiermee te maken en heeft belang bij een sterke handelsnaam én bescherming daarvan. Heb je vragen over het handelsnaamrecht, wil je graag onderzoeken welke handelsnaam goed past bij jouw onderneming of welke handelsnaam probleemloos gebruikt kan worden, neem dan contact op met DayOne IE-specialist Sebastiaan van Wijk: vanwijk@dayonelegal.nl 

Voor verdere informatie over deze blog of advisering over het onderwerp, kunt u contact opnemen met DayOne advocaat Sebastiaan van Wijk.
+31 6 12 26 65 80 | vanwijk@dayonelegal.nl