Geschillen binnen ondernemingen komen met regelmaat voor. Zo kan er verschil van inzicht ontstaan over het te volgen beleid van, of de gang van zaken binnen een onderneming. Of handelt een aandeelhouder schadelijk en is het de wens snel hiertegen op te treden.
Een aandeelhoudersgeschil is niet altijd eenvoudig oplosbaar. Naast de mogelijkheden in kort geding biedt de wet op dit moment enkele mogelijkheden, onder voorwaarden, bijvoorbeeld (i) tot het uitstoten van een aandeelhouder, (ii) tot het doen van een uittredingsverzoek, (iii) tot prijsvaststelling als er wél overeenstemming bestaat over het uittreden, maar nog niet over de prijs. Deze mogelijkheden heten samen de geschillenregeling.
Van de geschillenregeling wordt slecht beperkt gebruik gemaakt. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de voorwaarden die de wet stelt. Zo geldt de regeling uitsluitend voor geschillen tussen aandeelhouders in B.V.’s en besloten N.V.’s. Een andere beperking is dat één van de voorwaarden voor uitstoting van een aandeelhouder is dat de gedraging van die aandeelhouder, die het belang van de vennootschap schaadt, in hoedanigheid van aandeelhouder moet zijn verricht. Dit legt de lat in de praktijk hoog. Zo valt het handelen als bestuurder (tevens aandeelhouder) buiten de reikwijdte van de geschillenregeling. Ook concurrerend handelen met de vennootschap door een aandeelhouder valt niet (zonder meer) onder de geschillenregeling. Kort en wel moet de impasse zich eerst uitbreiden naar de algemene vergadering (van aandeelhouders), voordat een uitstoot bewerkstelligd kan worden.
De wetgever heeft gemeend de huidige regeling aan te passen, met als doel de wettelijke geschillenregeling effectiever en sneller te maken. Dat heeft geleid tot de Wagevoe, de Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure. Het wetsvoorstel voor de Wagevoe is op 4 juni 2024 aangenomen door de Eerste Kamer. De Wagevoe treedt met ingang van 1 januari 2025 in werking.
De belangrijkste wijzigingen:
- De geschillenregeling wordt van toepassing op B.V.’s en N.V.’s zonder beursnotering (huidige toepassingscriterium voor de N.V. (slechts van toepassing op ‘besloten’ N.V.’s) komt te vervallen);
- Zowel de uitstotingsprocedure als de uittredingsprocedure worden als verzoekschriftprocedure gevoerd (huidig recht: dagvaardingsprocedure);
- Niet alleen aandeelhouders, maar ook eventuele certificaathouders zijn in de regel belanghebbenden in de verzoekschriftprocedure;
- Procedure in één feitelijke instantie bij de Ondernemingskamer; mogelijkheid tot cassatie bij de Hoge Raad (huidig recht: eerste aanleg bij de Rechtbank; hoger beroep bij de Ondernemingskamer);
- Mogelijkheid tot indiening samenhangende vorderingen (die eigenlijk bij dagvaarding moeten worden ingesteld); de Ondernemingskamer kan oordelen dat de zaak toch gesplitst moet worden;
- De grond voor uitstoting wordt verruimd. De eis dat het moet gaan om gedrag in de hoedanigheid van aandeelhouder geldt niet langer. Nieuw toetsingscriterium: schaadt het gedrag van de aandeelhouder het belang van de vennootschap zodanig dat het handhaven van de aandeelhouder redelijkerwijs niet langer kan worden geduld;
- Ook houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten met vergaderrecht kunnen onder de nieuwe wet een verzoek tot uittreding doen (het verzoek tot uitstoting wordt niet opengesteld voor certificaathouders);
- Het is niet mogelijk bijvoorbeeld bij contract een andere rechtelijke instantie dan de Ondernemingskamer aan te wijzen. Wel blijft het mogelijk om bijvoorbeeld ten gunste van arbitrage of bindend advies van de exclusieve bevoegdheid van de Ondernemingskamer af te wijken.
Het is een verbetering dat op basis van de Wagevoe ook gedragingen in andere hoedanigheid dan handelend als aandeelhouder kunnen leiden tot uitstoting. Dit maakt het mogelijk een procedure op basis van de geschillenregeling te starten als bijvoorbeeld een aandeelhouder een concurrerende onderneming start, of zich negatief uitlaat over de onderneming op social media.
De verwachting is dat met deze wetswijziging ook het speelveld binnen enquêteprocedures bij de Ondernemingskamer gaat veranderen. Op dit moment is het mogelijk dat de Ondernemingskamer in de eerste fase van een enquêteprocedure een onderzoek naar het beleid of de gang van zaken binnen een onderneming gelast, en in de tweede fase ingrijpt met voorlopige voorzieningen. Ook is het mogelijk dat de Ondernemingskamer meteen tijdelijke voorzieningen oplegt (zoals schorsing van het stemrecht van een aandeelhouder, of tijdelijke overdracht van aandelen aan een beheerder).
Na inwerkingtreding van de Wagevoe kan de Ondernemingskamer ofwel in een aparte geschillenprocedure, ofwel op (tegen)verzoek in een lopende enquêteprocedure oordelen over de uitstoting van een aandeelhouder, met als gevolg dat een aandeelhouder gedwongen wordt zijn aandelen permanent over te dragen. Dit zou in bepaalde gevallen een gedwongen totaaloplossing kunnen bieden. De introductie van de nieuwe, snellere procedure met (iets) ruimere mogelijkheden kan mogelijk het treffen van een minnelijke regeling waarbij afscheid genomen wordt van een aandeelhouder vergemakkelijken.
Benieuwd naar de mogelijkheden om een aandeelhoudersgeschil te doorbreken? Mail Edith Groenewegen, groenewegen@dayonelegal.nl
+31 6 5 111 6155 | groenewegen@dayonelegal.nl