In de praktijk komt het vaak voor, de vraag of iemand nu wel of niet een werknemer of een zelfstandige is. Recent deed de kantonrechter van de rechtbank Limburg een opvallende uitspraak. Een cameravrouw die al sinds 2009 werkzaam is bij L1, de Limburgse radio- en tv-zender, is volgens de rechter werkzaam op basis van een overeenkomst van opdracht (en dus een zelfstandige) en niet op basis van een arbeidsovereenkomst, zoals door de cameravrouw werd betoogd.
Deze uitspraak komt nadat de Hoge Raad afgelopen maart arrest heeft gewezen in de Deliveroo-zaak, waarin de Hoge Raad oordeelde dat de bezorgers van Deliveroo (wél) werknemers zijn. In dit arrest kent de Hoge Raad betekenis toe aan het feit of degene die de werkzaamheden verricht zich in het maatschappelijk verkeer en in de verhouding tot de opdrachtgever gedraagt als ondernemer. Tevens moet er volgens de Hoge Raad betekenis worden toegekend aan de inbedding van het werk in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht.
Ook in de kamerbrief van 3 april 2023 van de (ondertussen demissionaire) minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mevrouw Van Gennip wordt duidelijk gemaakt dat het gezagscriterium in de toekomst ingevuld zal gaan worden in lijn met de huidige jurisprudentie, en dus aan de hand van onder andere de organisatorische inbedding en het zelfstandig ondernemerschap.
Voor nu is het echter nog niet zo ver, volgens de kantonrechter in Limburg. Die toetst namelijk helemaal niet aan de inbedding van de werkzaamheden van de cameravrouw bij L1 (terwijl L1 zelf ook cameravrouwen/-mannen in dienst heeft als werknemer) en ook de vraag of de cameravrouw zich als ondernemer gedraagt, wordt door de kantonrechter afgedaan met het feit dat zij weleens werkzaamheden voor andere opdrachtgevers heeft verricht en dat zij een zekere mate van vrijheid heeft binnen L1. Contra-indicaties zoals dat de cameravrouw L1-bedrijfskleding draagt, een eigen L1 e-mailadres en postvak heeft, de bedrijfsuitjes organiseert, haar werkzaamheden deed onder leiding en toezicht van een regisseur van L1 en de apparatuur van L1 gebruikt, zijn volgens de kantonrechter niet voldoende om het bestaan van een arbeidsovereenkomst aan te nemen.
Deze uitspraak illustreert maar weer dat verduidelijking door de wetgever van het gezagscriterium hard nodig is. De Hoge Raad heeft namelijk in het Deliveroo-arrest aangegeven dat de wetgever aan zet is met betrekking tot de verdere invulling van het gezagscriterium. De vraag is nu wat er van de plannen van minister Van Gennip terecht gaat komen en op welk termijn, nu het kabinet sinds juli demissionair is en er in november nieuwe tweede kamer verkiezingen gehouden worden.
Wij volgen de ontwikkelingen op dit vlak uiteraard op de voet. Voor vragen, assistentie of advies over zelfstandigen, werknemers en andere arbeidsrecht-issues kunt u contact opnemen met een van onze arbeidsrecht-specialisten.
Chloë van Zwieten (vanzwieten@dayonelegal.nl)
+316 26 91 34 38 | vanzwieten@dayonelegal.nl