woman carrying cardboard box side view(1)

Uitvoeringsregels bedrijfseconomisch ontslag gewijzigd

Dayone |
31 juli 2018

Bijgewerkt op: 30 jan 2019


Met ingang van 1 augustus 2018 geldt een nieuwe versie van de Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen. Deze wordt gepubliceerd op www.uwv.nl.

 

Deze Uitvoeringsregels bevatten een overzicht van de relevante regels over ontslag om bedrijfseconomische redenen en toelichting op de toepassing daarvan.

 

De belangrijkste wijzigingen zijn: 

  • In paragrafen 1.3.1 en 1.9 zijn de begrippen: groep, onderneming (formele werkgever) en vestiging nader toegelicht.
  • In paragraaf 1.5 is opgenomen dat een ontslagaanvraag zonder voorafgaand advies van de OR (ondernemingsraad) prematuur is. Is er ten onrechte geen OR ingesteld, dan moet de werkgever het besluit met de personeelsvergadering bespreken en advies vragen als het besluit 25% of meer van het personeel treft (met ontslag of wijziging van werk).  
  • In paragraaf 1.7 wordt toegelicht welke informatie de werkgever moet verstrekken als de onderneming of het werk zich uitstrekt over meerdere landen en/of rechtsstelsels.  
  • Paragraaf 2.8 bevat een toelichting op de ontslagvolgorde en afspiegeling in internationale situaties.  
  • Paragraaf 2.12: Voor het bepalen van de uitwisselbaarheid van functies zijn de aanstelling, loonschaal en de in de arbeidsovereenkomst opgedragen werkzaamheden (functiebeschrijving) van belang. Pas als een functiebeschrijving ontbreekt, of deze sterk afwijkt van de feitelijke situatie, wordt de feitelijke situatie als uitgangspunt genomen.  
  • Het meetellen van eerdere dienstjaren bij opvolgend werkgeverschap is in paragraaf 2.16 verduidelijkt. Voor opvolgend werkgeverschap is vereist dat de kern van de functies gelijk gebleven is. Het ‘zodanige banden’ criterium speelt geen rol.  
  • Paragraaf 3.4.1 is uitgebreid met duidelijke regels voor herplaatsingsinspanningen. De werkgever moet onder meer (te verwachten) vacatures inzichtelijk maken waarbij ook inzicht moet worden gegeven in functies die nog bezet worden door plaatsmakers. Dit binnen alle onderdelen van de groep, ook buiten Nederland (!), tenzij de werknemer zich daarvoor door het aangeven van een maximale reisafstand/reistijd niet beschikbaar stelt.  
  • Is er een plaatsings- begeleidings- of adviescommissie, dan zijn de voor werkgever bindende adviezen ook bindend voor UWV tenzij UWV meent dat de betreffende commissie niet in redelijkheid tot dat advies heeft kunnen komen.  
  • In paragraaf 3.6 is opgenomen dat de periode van de herplaatsingsinspanning start op het moment dat de werkgever ermee bekend is dat de arbeidsplaats van de werknemer komt te vervallen. Op de datum waarop UWV op de aanvraag beslist, wordt beoordeeld of herplaatsing mogelijk is op basis van alle vacatures/arbeidsplaatsen tot op die datum en de te verwachten mogelijkheden binnen de redelijke termijn.  
  • Paragraaf 6.3 bevat een nadere toelichting op de toepassing van de criteria voor de verklaring overbruggingsregeling transitievergoeding.  
  • Het ontslag van de payrollwerknemer is toegelicht.  
  • Hoofdstuk 7 is aan de Uitvoeringsregels toegevoegd waarin de Wet melding collectief ontslag (hierna: WMCO) is opgenomen met een toelichting op de geactualiseerde tekst. 

De nieuwe Uitvoeringsregels zijn inmiddels gepubliceerd op www.uwv.nl.

Voor vragen: stuur een mail naar Manuela Paumen